Introductie op de serie meditatieochtenden met als titel
‘Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder. Niet zonder ons.’
Op 15 maart starten we met alweer de 5e serie van 8 meditatieavonden in de Dorpskerk met als titel:
‘Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder. Niet zonder ons.’
De woorden uit het refrein van het bekende lied van Ramses Shaffy, dat hij in 1971 schreef, vormen de thema’s van de meditatieavonden.
Het lied ligt velen na aan het hart. Maar waarom? Wat zeggen de verschillende werkwoorden uit het refrein ons? Wanneer zingen we en waar raakt het ons? Waar vechten we voor? Durven we te huilen? Of staat huilen ons nader dan het lachen? En doen we dit nog samen? Deze en andere vragen zullen in verschillende meditatieve werkvormen bemediteerd worden.
Wie is Ramses Shaffy? Ramses Shaffy werd in 1933 geboren in een voorstadje van Parijs als zoon van een Egypti-sche diplomaat en een Poolse gravin met Russisch bloed. Vanaf zijn zesde werd hij in Neder-land door pleegouders opgevoed. Na een mislukte middelbare school werd hij in 1952 aange-nomen op de Amsterdamse toneelschool, die hij in 1955 zonder diploma verliet. Vanaf 1959 ontwikkelde hij zich tot een chansonnier die zijn weerga in de Nederlandse kleinkunst niet kent. De première van Shaffy Chantant in 1964 sloeg bij de pers in als een bom. Met vaste medewerkers als Liesbeth List, Loesje Hamel, Polo de Haas, Shireen Strooker en Joop Admi-raal ontwikkelde Shaffy zich als een duizendkunstenaar: liedjesmaker, chansonnier, sfeer-schepper en voortreffelijk begeleider van zichzelf en anderen aan het orgel of aan de vleugel.
Niet lang na de eeuwwisseling werd hij opgenomen in het Dr. Sarphatihuis. Dit had te maken met langdurig overmatig alcoholgebruik waardoor hij verschijnselen vertoonde van het syndroom van Korsakov. Op 1-december 2009 overleed Ramses Shaffy.
Achtergrond van het lied We weten niet precies waardoor Shaffy werd geïnspireerd in het schrijven van het lied. Het verhaal gaat dat in zijn lied de echo doorklinkt en de titel van zijn lied dankt aan een citaat uit een lied van Joan Baez (1941), een Amerikaanse folkzangeres en liedjesschrijfster, die ook bekendstaat om haar actieve politieke betrokkenheid voor burgerrechten. Aan dit citaat (waarschijnlijk): ‘Fight and pray (sing, sing, come on and sing’ dat komt uit het hoopvolle lied ‘Oh Happy Day’.
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder zou ook zomaar uit de Bijbel kunnen komen. Uit het Bijbelboek Prediker. Want volgens Prediker heeft alles zijn tijd. Er is een tijd om te werken, te huilen, te vechten, te lachen, te rouwen en te dansen. In de eerste acht verzen van het derde hoofdstuk zegt Prediker het zo:
‘1 Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. 2 Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te rooien. 3 Er is een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen. 4 Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen. 5 Er is een tijd om te ontvlammen en een tijd om te verkillen, een tijd om te omhelzen en een tijd om af te weren. 6 Er is een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te gooien. 7 Er is een tijd om te scheuren en een tijd om te herstellen, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken. 8 Er is een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten. Er is een tijd voor oorlog en er is een tijd voor vrede.’
Hij was een regelmatig bezoeker van de oecumenische Dominicuskerk in Amsterdam. Nee, Ramses was niet helemaal van God los (en Joan Baez ook niet, trouwens). Vergelijk dat maar met Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder:
Voor degene in een schuilhoek achter glas
Voor degene met de dichtbeslagen ramen
Voor degene die dacht dat-ie alleen was
Moet nu weten, we zijn allemaal samen
Voor degene met ‘t dichtgeslagen boek
Voor degene met de snelvergeten namen
Voor degene die ‘t vruchteloze zoeken
Moet nu weten, we zijn allemaal samen
Refrein:
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Niet zonder ons
Voor degene met de slapeloze nacht
Voor degene die ‘t geluk niet kan beamen
Voor degene die niets doet, die alleen maar wacht
Moet nu weten, we zijn allemaal samen
Voor degene met z’n mateloze trots
In z’n risicoloze hoge toren
Op z’n risicoloze hoge rots
Moet nu weten, zo zijn we niet geboren
refrein
Voor degene met ‘t open gezicht
Voor degene met ‘t naakte lichaam
Voor degene in ‘t witte licht
Voor degene die weet, we komen samen
refrein
Niet zonder ons (15x)
Het lied van Ramses bezingt twee groepen die geen verbondenheid kennen. Enerzijds zij wier naam snel vergeten wordt, mensen die denken alleen te zijn en eenzaam zijn, die geen uitzicht zien of als verlamd wachten. Zij moeten weten - bij herhaling zelfs -: ieder hoort erbij! ‘we zijn allemaal samen’. Ramses heeft zelf (lange) periodes van diepe eenzaamheid ervaren. Over ‘alleen zijn’ schreef hij in zijn boek ’Je bent mij zo lief’, dat hij samen met Sylvester Hoogmoed schreef, het volgende: ’Alleen zijn is een groot geschenk, een luxe. Vrijheid, volledig bij jezelf kunnen zijn en niet gestoord worden: dat is de schoonheid van alleen zijn. De andere kant van de medaille is eenzaamheid: verschrikkelijk verlangen naar iemand die er niet is. 'God mocht ik maar iemand in mijn armen houden.' Eenzaam zijn, dat is vreselijk. Het kan vormen aannemen waardoor je helemaal niet meer functioneren kan. Ik ken het heel erg goed, bijna als mijn naam’.
Anderzijds de succes-vollen, die mateloos trots zijn op wat ze bereikten, en zich onaantastbaar en hoog verheven voelen -‘op hun risicoloze hoge toren en rots’-…. Zij krijgen een terechtwijzing: zo ongenaakbaar zijn we niet geboren. Daartoe zijn we niet bedoeld.
En tot slot bezingt Ramses de bruggenbouwers met open gezicht en zonder verborgen agenda. Open en bloot, licht uitstralend… Zij die vooruitblikken en een wereld van verbondenheid zién. Zij weten met stelligheid ‘wij kómen samen’… In alles wat we doen, in ons zingen, vechten, huilen, bidden, … zijn we mens én medemens. We zingen terecht: ‘niet zonder ons’… en we zingen het bij herhaling opdat het als een zekerheid in ons moge wonen.
Ramses bezingt in zijn lied de volheid van het leven. Het donker én het licht. Ook in niet moeilijke tijden is het een mooi troostrijk en inspirerend lied. Luister er maar naar!!!
Rob Boersma