Historie Durgerdam
In 1421 zorgde noodweer voor een grote overstroming van de Zuiderzee: de Sint-Elisabethsvloed. Om herhaling van een dergelijke ramp te voorkomen kregen de mensen in dit gebied in 1422 toestemming een zeedijk aan te leggen, die de Waterlandse Zeedijk werd genoemd. In de bocht van die dijk ontstond het dorp Durgerdam.
De oorspronkelijke naam, in de loop der eeuwen verbasterd, luidde Ydoornickerdam, naar het door de Sint-Elisabethsvloed verzwolgen gehucht IJdoorn. Dit gehucht bevond zich bij het Vuurtoreneiland in wat nu de buitendijkse Polder IJdoorn, tegenwoordig een natuurgebied, is.
In vroeger eeuwen waren vooral scheepvaart en handel middelen van bestaan. Toen daar in de achttiende eeuw minder emplooi was, stapten veel bewoners over op de visserij. Met de afsluiting van de Zuiderzee, in 1932, verdween ook die inkomstenbron grotendeels.
Durgerdam is in 1976 aangewezen als rijksbeschermd dorpsgezicht. Het overgrote deel van de bebouwing, waaronder de dorpskerk en een gebouw met klokkentoren dat bekend staat als de Kapel, is aangewezen als rijksmonument.
De kerk staat aan een zijstraat van de dijk. Het is een waterstaatskerk uit 1840 met begraafplaats. Het zaalvormige kerkgebouw heeft door lisenen gelede zijmuren en een dakruiter. Op dezelfde plek stond eerst een andere kerk, uit 1642. Die had zo zwaar te lijden gehad onder diverse stormen en de Watersnoodramp 1825, dat het kerkbestuur een nieuwe kerk noodzakelijk achtte. Bij de bouw werden veel stenen uit de oude kerk hergebruikt. Ook de preekstoel, enkele kroonluchters en de luiklok van Pierre Hemony werden overgenomen.
De Kapel wordt in 1499 voor het eerst genoemd in de kerkelijke archieven. Het is in 1687 herbouwd en heeft sindsdien niet-religieuze functies gehad zoals school en raadhuis en is nu in gebruik als woning.

14 dagen op een ijsschots
Durgerdam is mede bekend geworden door een ingrijpende gebeurtenis, halverwege de 19e eeuw, waarbij drie mannen veertien dagen op een ijsschots op de toenmalige Zuiderzee ronddreven. De strenge winter van 1849-1850 zorgde voor veel ijs op de Zuiderzee. Dat had tot gevolg dat de vele vissers geruime tijd niet konden uitvaren.
Op 13 januari 1849 ging Klaas Klaassen Bording, een Durgerdammer visser, met zijn zonen Klaas en Jacob op de dichtgevroren Zuiderzee voor Durgerdam botkloppen om zo nog wat geld te verdienen. Er werd een ijsslee volgeladen met netten, stokken, een botklop en een ijsbijl. Nadat ze al flink wat bot hadden gevangen sprongen er met grote knallen opeens enorme scheuren in het ijs. De drie vissers kwamen uiteindelijk op een grote schots te zitten. En zo begon een zwerftocht over de Zuiderzee.
Ze hielden zich in leven door het eten van de rauwe bot, totdat ze na veertien dagen te hebben rondgedreven bij Vollenhove werden opgemerkt door enkele vissers daar. De drie Durgerdammers werden in Vollenhove verzorgd, waar de vader en de oudste zoon overleden en werden begraven. De jongste zoon Jacob keerde terug naar Durgerdam. In Durgerdam wonen nog steeds mensen die de naam Bording dragen.
In Vollenhove is bij de 150-jarige herdenking een standbeeld onthuld, waarvan in de linker binnenmuur van de kerk in Durgerdam een kleine replica is opgesteld. Bij binnenkomst van de Dorpskerk Durgerdam hangt midden aan het doophek een plaquette, waarop de hele route door de Zuiderzee is uitgezet.
De plaquette aan het doophek.
Boeken
In 1849 al verscheen een boekje over de gebeurtenis: ‘Authentiek verhaal der wonderbare redding van Klaas Klaassen Bording en zijn beide zonen na een veertiendaagsch omzwerven op het drijvend ijs in de Zuiderzee’. De inhoud hiervan heeft als bron gediend voor een aantal boeken dat nadien is verschenen. Een van de bekendste is het boek ‘Veertien dagen op een ijsschots’ van S. Abramsz, voor het eerst uitgegeven in 1889 en later meermaals herdrukt. In 1986 verscheen van Mieke Dorrestein een jeugdboek met dezelfde titel ‘Veertien dagen op een ijsschots’. In 1999 verscheen van de bekende schrijfster Anna Enquist de verhalenbundel ‘De kwetsuur’. In deze bundel is het eerste verhaal een vrije, literaire bewerking van de hierboven beschreven gebeurtenissen.
